Woordjes > Minimal pairs
Oefenmateriaal voor de klanken /ij/ en /ui/ obv minimal pairs
(klik op de afbeelding voor het PDF-bestand)
Wat is een ‘minimal pair’?
Een ‘minimal pair’ (minimaal paar) is een woordpaar waarbij de woorden van elkaar verschillen in één klank (foneem) en daarnaast een verschillende betekenis hebben.Voorbeelden van minimal pairs:
- man - maan: de klank /a/ versus /aa/
- goed - moet: de klank /g/ versus /m/
- trap - krap: de klank /t/ versus /k/
- sein - zijn: de klank /s/ versus /z/
Non-voorbeelden: dit zijn geen minimal pairs:
- brei - brij: deze woorden verschillen alleen in spelling, niet in klank; het zijn hom*ofonen
- niesen - niezen: deze woorden verschillen wel in klank maar niet in betekenis: het zijn uitspraakvarianten
- trap - klap: er zijn twee klanken verschillend
- dun - duw: hoewel er maar één letter aangepast is, zijn er twee klanken verschillend: /u/ versus /uu/ en /n/ versus /w/
- gieter - gitaar: naast het verschil in klank is er ook verschil in klemtoon
Minimal pairs per klankpaar
Klik op de link om naar een pagina te gaan met minimal pairs van het betreffende klankpaar.Klinkers
man - maan: minimal pairs met /a/ versus /aa/
bot - boot: minimal pairs met /o/ versus /oo/
les - lees: minimal pairs met /e/ versus /ee/
fut - fuut: minimal pairs met /u/ versus /uu/
plas - plus: minimal pairs met /a/ versus /u/
pap - pop: minimal pairs met /a/ versus /o/
buik - beuk: minimal pairs met /ui/ versus /eu/
buk - beuk: minimal pairs met /u/ versus /eu/
mus - muis: minimal pairs met /u/ versus /ui/
pet - pit: minimal pairs met /i/ versus /e/
pit - piet: minimal pairs met /i/ versus /ie/
spin - speen: minimal pairs met /i/ versus /ee/
vier - vuur: minimal pairs met /ie/ versus /uu/
moer - muur: minimal pairs met /oe/ versus /uu/
zoon - zoen: minimal pairs met /oo/ versus /oe/
ui - au: minimal pairs met /ui/ versus /ou/
es - ijs: minimal pairs met /e/ versus /ij/
ree - rij: minimal pairs met /ee/ versus /ij/
ei - ui: minimal pairs met /ui/ versus /ij/
gil - geel: minimal pairs met klankverkleuring (meerdere klinkers)
Medeklinkers
fee - vee: minimal pairs met /f/ versus /v/
vol - wol: minimal pairs met /v/ versus /w/
sus - zus: minimal pairs met /s/ versus /z/
ton - tong: minimal pairs met /n/ versus /ng/
boon - boom: minimal pairs met /n/ versus /m/
kat - gat: minimal pairs met /k/ versus /g/
berk - berg: minimal pairs met /k/ versus /ch/
haas - gaas: minimal pairs met /h/ versus /g/
beer - peer: minimal pairs met /b/ versus /p/
das - tas: minimal pairs met /d/ versus /t/
lat - rat: minimal pairs met /l/ versus /r/
kraan - traan: minimal pairs met /k/ versus /t/
Minimal pairs in het NT2-onderwijs
Minimal pairs worden veel gebruikt in het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal). De methode Oren in je knoop is een uitgebreide methode voor klankonderwijs en bevat veel uitleg voor de docent en een uitgebreide instaptoets. Deze methode is bedoeld voor groepen met een heterogene taalachtergrond. Heeft een leerling op een bepaalde klank meer oefening nodig dan de methode geeft, dan kun je de minimal pairs op deze pagina daarvoor gebruiken.De brochure Taal en teken - Technisch lezen bij nieuwkomers bevat een korte instaptoets voor anderstalige zij-instromers in de basisschool. De minimal pairs op deze pagina en de woordenlijstgeneratoren elders op deze site kunnen gebruikt worden om gericht te oefenen met klanken die uit de instaptoets als problematisch naar voren zijn gekomen.
Minimal pairs in het leesonderwijs
In de kleuterklas oefenen kinderen fonemische vaardigheden (hakken, plakken, zoemen...) met alle klanken van het Nederlands, ook klanken waarvan ze de letter nog niet geleerd hebben. In veel leesmethodes van groep 3 worden fonemische oefeningen echter vaak beperkt tot klanken waarvan kinderen de letter geleerd hebben.Je kent een klank pas echt, als je hem kunt afbakenen ten opzichte van andere klanken. Kinderen die het klanksysteem van het Nederlands in de kleuterklas nog niet onder de knie hebben gekregen, profiteren er van als in groep 3 bij de auditieve oefeningen nog steeds alle klanken gebruikt worden. Sommige kleuters met een niet-Nederlandstalige achtergrond maken bijvoorbeeld geen onderscheid tussen de klanken /i/ en /ie/. De leesmethode Veilig Leren Lezen is zo opgezet dat bij het aanleren van de letter ‘i’ niet duidelijk wordt gemaakt aan de leerling dat dit een andere klank is dan /ie/, en dat de leerkracht niet opmerkt of er leerlingen zijn die moeite hebben met het onderscheid tussen /i/ en /ie/. Omdat de letter ‘ie’ pas in kern 5 wordt aangeboden, kunnen leerlingen maandenlang de klank-tekenkoppeling van de letter ‘i’ overgeneraliseren. Dit is jammer, want voorkomen is beter dan genezen.
Bij het aanleren van een nieuwe letter kunnen de volgende werkvormen ingezet worden om problemen veroorzaakt door een onvolledige kennis van het Nederlandse klanksysteem te voorkomen:
- Auditieve discriminatie van losse klanken: Als je de /aa/ hoort, maak je het gebaar. De leerkracht zegt losse klanken. Eerst klanken die sterk van elkaar verschillen, daarna klanken die sterk op elkaar lijken (bijv. /a/, ook als de letter voor /a/ nog niet geleerd is).
- Foneemisolatie: Als je in een woord de /aa/ hoort, maak je het gebaar. De leerkracht zegt een reeks woorden, sommige met /aa/, sommige met /a/, en gebruikt in de oefening opzettelijk woorden die onderdeel zijn van een minimal pair (bijv. ‘man’, dat onderdeel is van het minimal pair ‘maan - man’).
- Auditieve discriminatie van minimal pairs: Kinderen die moeite hebben met het onderscheiden van de losse klanken of met foneemisolatie oefenen in de verlengde instructie met het onderscheiden van hele woorden, waarbij die woorden een ‘minimal pair’ vormen. Hiervoor moet de leerkracht bij beide woorden een plaatje tekenen of een gebaar bedenken. De leerkracht zegt ‘man’ en de leerling moet het plaatje van de man aanwijzen (en niet het plaatje van de maan). Het onderscheiden van (betekenisvolle) woorden is makkelijker dan het onderscheiden van losse klanken. Als het onderscheiden van woorden lukt kan het onderscheiden van losse klanken opnieuw geoefend worden.